• gemaakt door Mark Witton

    Diplodocus

    Machtig en majestueus

gemaakt door Mark Witton

Het moet een machtig en majestueus gezicht zijn geweest, zo’n 150 miljoen jaar geleden: een kudde reusachtige Diplodocussen die langzaam voorbij trekt. Deze sauropoden, ‘langnekdino’s’, zijn de grootste dieren die ooit op aarde hebben rondgelopen. En je kunt alleen maar zo gigantisch worden als je een paar slimme trucs toepast op je lichaam.

Jarenlang dachten wetenschappers dat het eigenlijk niet kón - qua gewicht, massa, bloeddruk: zulke grote dieren konden eigenlijk alleen maar in waterplassen leven, waar hun gewicht geneutraliseerd zou worden. Een soort prehistorische walvissen, met lange nek. Inmiddels weten we beter: niet alleen is het ondoenlijk om meters onder water, alleen ademend door een soort rietje, genoeg lucht binnen te krijgen. Maar we zien nu ook hoe het wél mogelijk is om met zulke zware lichamen op land te leven.

Boeing 737

Want, groot zijn ze zeker! Diplodocus is met een gewicht van zo’n dertien ton nog relatief licht: collega-sauropoden als Argentinosaurus of Brachiosaurus werden zeker vijf maal zo zwaar - zwaarder dus dan een boeing 737. Diplodocus werd ook nog zo’n 30 meter lang. Die grootte en dat gewicht waren vooral verdedigingswapens: volwassen dieren waren simpelweg te groot om goed aan te vallen.

Hoe hebben ze dat geflikt?

Maar… Hoe hebben ze dat geflikt, terwijl landzoogdieren nooit zulke lengtes hebben gehaald? ‘Er zijn een aantal kenmerken die ervoor zorgen dat ze gigantisch konden worden’, vertelt Koen Stein. Hij is paleontoloog en sauropodenkenner van het Koninklijk Instituut voor Natuurwetenschappen in Brussel.

Luchtzakken

En het eerste kenmerk heeft alles te maken met iets wat alle vogels vandaag nog hebben, en wat onze Diplodocus ook heeft, net zoals alle andere langnekdino’s. Namelijk: een skelet wat op sommige plekken superlicht is, met botten die overal holen en gaten hebben. En die gaten die waren gevuld met ‘luchtzakken’.

Blaasbalg

‘Ze hebben een ‘heterogene long’ wat wil zeggen dat ze naast het weefsel waar gasuitwisseling gebeurt - de ‘gewone longen’ - ook nog een heel systeem van luchtzakken hebben die als een soort van blaasbalg dienen,’ legt Koen uit. ‘Dat zijn vertakkingen die tot diep in de nek gaan, tussen de wervels in. En dat maakt dat het volume lucht dat die dieren konden opzuigen in één ademteug, veel groter was dat wat er ‘gewoon’ in de longen paste.’ Het systeem van luchtzakken zorgde niet alleen voor meer luchtopname, maar maakte het skelet ook lichter.

Meterslange nek

Een tweede methode waarmee sauropoden zo groot konden worden, was het hebben van een lange nek. Sommige nekken gingen op den duur zelfs bijna 20 wervels tellen. Natuurlijk helpt een lang nek bij het bereiken van de sappige blaadjes helemaal bovenaan de boom. Maar dat is niet het echte voordeel - dat is namelijk de ‘voedingsenveloppe’, legt Koen uit. ‘Met een lange nek hoef je minder stappen te zetten om verschillende bomen en struiken te bereiken. Dat scheelt ze veel energie.’ En al dat groenvoer - soms wel een kubieke meter per dag - dat werd niet gekauwd, maar van bomen en takken gegrist, doorgeslikt en in de reusachtige buik rustig verteerd.

Geen goede ouders

En… weet je wat ook veel energie kost? Het maken en grootbrengen van kinderen! Hoe groter je bent als dier, hoe meer moeite het vaak kost. Dus, je voelt hem al aankomen: onze energiezuinige sauropoden waren helemaal niet zulke goede ouders. Als Diplodocusbaby in het ei werd je niet gekoesterd en bebroed, zoals we bij veel andere dino’s zien. Nee, je werd met tientallen tegelijk in een kuil gedumpt en in de steek gelaten.

Schildpadden

Dat klinkt vervelend, maar veel dieren doen het vandaag de dag nog steeds - denk aan zeeschildpadden. En als er van je lichting van tientallen eieren er ook maar ééntje de volwassenheid bereikt, heb je je plicht gedaan en je familielijn zet zich voort. Een prima truc, die ervoor zorgt dat je niet jarenlang veel energie steekt in een kind.

Rennen voor je leven

Het betekent wel dat het leven een kleine Diplodocus vanaf het eerste moment dat hij uit het ei kwam, moest rennen voor zijn leven. Want bij de nesten scharrelden zoogdieren, slangen of andere dino’s rond, op zoek naar een diplokuiken. ‘Dieren die daaraan ontsnapten, overleefden de eerste jaren zonder ouders. Ze zouden het tempo van de grote dieren nooit kunnen bijhouden,’ legt Koen uit. ‘Maar ze groeiden waarschijnlijk werkelijk razendsnel en als ze groter waren sloten ze zich denk ik aan bij een kudde grotere.’

Dippy de Diplodocus

De beroemdste Diplodocus ter wereld - en misschien wel de beroemdste dinosaurus van allemaal - is ‘Dippy’. Een Diplodocus die al in de 19e eeuw werd opgegraven door een expeditie van de rijkste man ter wereld. Die er vervolgens allemaal kopieën van liet maken die hij uitdeelde aan de grootste staatshoofden ter wereld. Dit is géén sprookje, maar waargebeurd, en dat verhaal lees je hier.

Wil je zelf eens een Diplodocus bewonderen? Dat kan in het Oertijdmuseum in Boxtel en in het KBIN te Brussel.