• gemaakt door Mark Witton

    Brachiosaurus

    Bijna onaantastbaar groot

gemaakt door Mark Witton

Hoe kon het bestaan: een dier even hoog als een gebouw van 4 verdiepingen? Brachiosaurus zet zelfs zijn reusachtige neefje Diplodocus diep in de schaduw.

Brachiosaurus betekent letterlijk ‘armhagedis’ en heeft dus niets met de grootte of lange nek van het dier te maken. Deze dinosaurus heeft uitzonderlijke ‘voorarmen’, die veel langer zijn dan zijn achterpoten. We besparen je een hele discussie als we concluderen dat er op dit moment meerdere soorten zijn die Brachisoaurus heten: zo zijn er bijvoorbeeld de Amerikaanse versie, die in 1900 werd ontdekt en Brachiosaurus althitorax heet, en de variant die in Afrika is ontdekt en die inmiddels Brachiosaurus brancai of ‘Giraffatitan’ heet.

Hoe konden ze zó groot worden?

Voor de vraag hoe sauropoden - langnekdino’s - zoals Brachiosaurus en Diplodocus zo groot konden worden en welke methoden ze daarvoor toepasten, verwijzen we je graag naar het artikel over Diplodocus.

Aanval en verdediging

Alles wijst erop dat ‘zo snel mogelijk, zo groot mogelijk worden’ een slimme verdedigingsstrategie was van langnekken zoals Brachiosaurus. Een volwassen dier kon wel 13 meter hoog worden en woog waarschijnlijk zo’n vier ton. Voor een vleeseter zou dat een vrijwel onmogelijke opgave zijn geweest. Toch zijn er aanwijzingen dat dat wel gebeurde - bijvoorbeeld door Allosaurus, die wellicht in groepen jaagde, zegt sauropodenexpert Koen Stein. “Zeker als een sauropode de nek laag hield was dat een doelwit. Met een goede beet heb je de halsslagader dan door.”

Bij Brachiosaurus, die de nek juist hoog geheven had, was wellicht de zachtere buik een doelwit. “Maar dan was het wel uitkijken geblazen voor de grote poten. Zo’n groot dier aanvallen was zelfs voor een groep niet simpel.”

Hoge neusgaten

Een ander opvallend kenmerk aan Brachiosaurus zijn de neusgaten van het dier - dat wil zeggen, de holtes in het bot. Die zitten bij Brachiosaurus ‘achter bovenaan’ - nog boven zijn ogen zelfs. Dat was één van de ‘bewijzen’ waarom ze vroeger dachten dat dit dier deels onder water kon leven. Onzin natuurlijk: als Brachiosaurus meters onder water leefde zouden zijn longen zijn ingeklapt. Maar Koen legt ons uit dat die hoge neusgaten in de schedel ook niet hoeven te betekenen dat daar ook echt de neus zat. “De zachte delen van de schedel fossiliseren natuurlijk niet.” Dus het kan goed zijn dat er kanalen naar voren op de kop liepen.

Hart zo groot als een personenauto

En dan: het hart van Brachiosaurus. “Dat moet ongeveer zo groot zijn geweest als dat van een walvis,” omschrijft Koen. “Een mens past daar makkelijk in.” Het moet ook zo krachtig geweest zijn dat het bloed over een lengte van 10 meter bijna recht omhoog de nek in kon pompen, naar de kop toe. Zowel Koen als zijn collega-paleontoloog Jonathan Wallaard (Oertijdmuseum) denken dat het dier daar hulp bij had in de vorm, van spieren of zakken in de aders, die voorkomen dat het bloed terugzakt. “Toch moet drinken, waarbij de kop helemaal omlaag en weer omhoog moet, een langzame klus zijn geweest voor het dier. Giraffes doen dat ook heel voorzichtig.”

Palmvarens op het menu

Brachiosaurus deelde zijn leefgebied met veel andere typen sauropoden, waarbij iedere soort een eigen niche had. Brachiosauridae at van de boomtoppen en er wordt gedacht dat hij zich richtte op de zaadkegels van de grote palmvarens. Het was in ieder geval grovere kost waar dit soort sauropoden zich op richtten, bevestigt ook paleontologe Femke Holwerda. Zij heeft zich gespecialiseerd in onderzoek van sauropodentanden en kan aan de ‘microwear’, minuscule krasjes op tandglazuur, nog zien welke langnek welk dieet had.

Trekgedrag bij sauropoden

En aan die tanden is nog meer te zien. Isotopenonderzoek van de tanden ondersteunt het idee dat sommige sauropodensoorten over langere afstanden trokken, zoals olifanten vandaag de dag ook nog doen. “Alles wat je eet en drinkt laat een chemische afdruk achter in je lichaam - bijvoorbeeld in het glazuur van je tanden” vertelt Femke. “Dus als je onderzoekt welke stoffen er allemaal in die oude dinotanden zitten, kunnen we tegenwoordig zelfs aan die isotopen terugvinden welk soort water een langnekdino als Camarasaurus dronk.” Dat bleek water uit heel verschillende bronnen te zijn. Of Brachiosaurus ook zulke trektochten gemaakt heeft weten we niet.

Waar te zien?

De enige plek in Nederland en België waar je een levensgroot model van Brachiosaurus kunt zien is in het Oertijdmuseum in Boxtel. In Berlijn staat een echt exemplaar van Brachiosaurus brancai: de grootste opgestelde dinosaurus ter wereld.